15 februari verlieten we de marina van Chiapas. We hadden de 230 mijl brede Golf van Tehuantepec voor ons, een golf berucht vanwege zijn stormen, minimaal in dit jaargetijde één per week gedurende een paar dagen lang. De wind waait er dan soms met meer dan 50 knopen (90 km/uur) overheen. Op het moment van uitvaren was er een dergelijke storm gaande maar was in de breedte aan het afnemen waardoor de gevarenzone ver voor ons zat. De wind zou uiteindelijk helemaal verdwijnen. De zee was echter nog niet tot rust gekomen.
De eerste 30 uur kon voornamelijk alleen op zeil worden gevaren, de laatste 1½ dag stond helaas de motor constant bij. De tweede dag hadden we vrij plotseling een Canadese solozeiler vlak bij ons, een zeiler die we in Chiapas hadden leren kennen. Hij was een paar uur eerder vertrokken. Zijn stuurautomaat had het begeven waardoor hij nu met de hand de boot op koers moest houden.
In de loop van de nacht zagen we hem ineens vreemde manoeuvres uithalen, hij kwam recht op ons af, was waarschijnlijk in slaap gevallen.
Wij hadden even ervoor ook een hele aparte gewaarwording. De boot was zowel op de stuurautomaat als op de hand niet meer op koers te houden. Later hoorden we van andere zeilers dat ze het zelfde hadden meegemaakt, een hele sterke plaatselijke stroming.
We waren er al, door een ons tegemoet varende zeiler, voor gewaarschuwd, vlak voor de kust lagen kilometers lange vislijnen. Inderdaad, na een tijdje zagen we de eerste zwarte vlag wapperen. We besloten deze links te laten liggen, achteraf een foute keuze. De vislijnen worden met oude jerrycans drijvend gehouden en het is dan zaak deze te volgen totdat weer een zwarte vlag gepasseerd wordt. Daar houdt de lijn, maar kan ook een net zijn, meestal op. Helaas niet in dit geval. Ook na de volgende vlaggen ging het spoor met drijvers gewoon verder. Pas na een kilometer of 10 markeerde een kleine open visboot het einde van de barrière. We waren inmiddels hierdoor behoorlijk uit de koers geraakt. Er was ook een behoorlijke wind komen opzetten die we door de uitwijkmanoeuvre op onze neus kregen. De wind en de golven namen aan de kust alleen maar toe. De Dina Helena kreeg er steeds meer moeite mee er tegenop te boxen. Ons doel was Bahia Organo maar besloten nu toch maar de beschutting van Bahia Conejos (eigenlijk meer een landtong) op te zoeken. Van afstand zag het er best vervaarlijk uit maar eenmaal in de beschutting van de landtong kwam er rust over de boot. Het anker kon worden neergelaten en de wijnfles ontkurkt.
In Bahia Organo, waar we de dag erop alsnog naar toe zijn gezeild, zijn we 4 dagen gebleven. De Hippo’s Camp kwam een dag later binnen gevaren.
Het strand wordt overdag bezocht door voornamelijk Canadese toeristen. Als wij met Tijtje naar de kant roeiden waren er altijd wel mensen die het gesprek met ons aangingen, geïnteresseerd in onze reis. We hebben een Canadees echtpaar geholpen met het verwijderen van kleine stukken aangespoeld plastic. Schoonmaken van stranden is een van hun dagelijkse bezigheden tijdens hun vakanties.
Op een nacht werd Marja wakker door een brandlucht. In de boot was niets te vinden maar eenmaal buiten was het duidelijk. Het bos bij het strand stond in lichtelaaie. Het gevaar was dat de het vuur zou overslaan naar de heuvels om ons heen. We besloten het een tijdje aan te zien maar durfden niet de kooi weer op te zoeken. De bemanning van de Hippo’s Camp was het ook niet ontgaan, het vuur bleek al enige uren te branden en leek over het hoogtepunt heen.
Het nam inderdaad wat af en besloten toch maar te slapen en een wekker na ’n uur af te laten gaan.
Een met zwarte as bedekte boot was het eerste wat we de volgende dag zagen.
Ondanks dat het bos nog overal smeulde zijn we toch aan land gegaan om boodschappen te doen in het nabijgelegen plaatsje Chahue. Het was verbazend om te zien hoe het 1 meter brede zandpad de brand niet verder heeft doen uitbreiden. Ook de veel bomen waren nog intact.
Het vol met hotels staande plaatsje bleek onooglijk.
We hebben nog één nacht geankerd in Bahia Chachacual, een van de 8 “Bahias de Huatulco”. Gelukkig liep de kermis die daar aan de gang was (snel varende boten, waterscooters, luide muziek) ten einde, anders waren we zeker doorgevaren. We kregen de baai voor ons alleen.
Bahia Anguel was onze volgende bestemming, 19 mijl vederop. Het was er moeilijk tussen visboten een plek te vinden om het anker te droppen maar uiteindelijk lukte het. Vanaf zee leek Anguel een toeristische plaats maar niet bleek minder waar. Er heerste een heerlijke Mexicaanse gezellige sfeer. Een wandeling bracht ons naar het mooie Playa Zipolite, een strand vol paraderende blote Amerikanen (vooral oude mannen). Misschien wel het enige naaktstrand van Midden en Zuid Amerika.
Een 210 mijl lange tocht bracht ons naar Bahia de Puerto Marques, een baai vlak bij Acapulco. Tijdens de rustige reis hebben we veel zeeleven gespot: overal grote schildpadden, soms met een witte vogel op het schild, hoog uit het water springende pirouette draaiende roggen, natuurlijk dolfijnen en twee vlak bij de boot hoog uit het water komende walvissen. Helaas heeft een Bonito (een kleine tonijn soort) het niet overleefd, mijn eerste gevangen vis sinds Uruguay, al weer twee jaar geleden.
In de haven van de exclusieve Club de Yates van Acapulco hebben we diesel getankt. De club voelt zich zo exclusief dat eerst allerlei papieren moesten worden ingevuld. Het heeft ons bijna ’n uur gekost voordat de eerste liters diesel de brandstoftanks in vloeiden…. Wat ’n flauwekul!
We hadden onszelf wat luxe beloofd en hebben daarom de boot voor 2 dagen in een marina afgemeerd. Van hieruit konden we Acapulco bezoeken en de boot weer bevoorraden.
Een van weinige bezienswaardigheden van Acapulco zijn de “klifduikers”. Het was indrukwekkend te zien hoe de mannen van een 30 meter hoge rots de smalle kloof indoken.
Voor de tweede dag van ons verblijf stond een bezoek aan een fort op het programma, een fort dat ooit veroverd is geweest door Nederlanders.
Door kleine straatjes, vele trappen, soms idyllisch, soms stinkend vervolgde we onze weg omhoog. Onze zeebenen waren dit duidelijke niet meer gewend. Eindelijk boven bleek het fort wel wat tegen te vallen: een 4 tal muren om ’n gebouwtje en twee kleine torentjes. Een nieuwe blik in de Lonely Planet liet ons zien dat we bij het verkeerde fort waren beland. Het fort dat we wilden bezoeken bevindt zich beneden aan de kust. Omlaag dus dus weer. Ondanks dit foutje hadden we geen spijt van de wandeltocht, het heeft ons wel het echte Acapulco laten zien, wijken waar je ’s nachts beter weg kunt blijven.
Het fort beneden bleek gesloten. Om onze teleurstelling te doen verzachten hebben we op een terrasje op het strand ons laten verwennen.
Bij de klifduikers waren we in gesprek gekomen met een jonge Rus, Konstantijn. Hij trok al een paar weken door Mexico en was erg geïnteresseerd in onze reis, had nog nooit op zee gevaren. Ons aanbod om een stuk mee te varen nam hij gretig aan. Zo vertrokken we met een opstapper, na een tussenstop bij Isla la Roqueta, naar Zihuatanejo.
Konstantijn doorstond de 106 mijl lange tocht goed. Gedurende zijn hele verblijf aan boord heeft hij tevergeefs geprobeerd een vis aan de haak te slaan.
Na nog een nacht geankerd te hebben in Bahia de Petalan kwamen we 6 maart in Zihuatanejo aan. Hier is Konstantijn van boord gegaan. Het heeft hem helaas wel een nat pak opgeleverd, hij viel achterover in het water bij het uitstappen van Tijtje, onze bijboot.
De 5 dagen in Zihuatanejo hebben we vooral rustig aan gedaan: gewandeld door het toch wel heel toeristische stadje, veel terrasjes gepikt en proviant ingeslagen, o.a. in de Mercado, de overdekte markt. We bezoeken deze markten graag, je komt ze in heel Latijn Amerika tegen en je kunt er ook heerlijk en heel goedkoop eten.
Bij Isla Grande (Ixtapa) kregen we bezoek van de Amerikaan Tom. Hij zeilt al jaren langs de kust van Mexico en was verbaasd over het feit dat hier zo weinig Europese zeilers te vinden zijn. “De meesten crossen het Panama Kanaal door en willen dan zo snel mogelijk naar Frans Polynesië. Ze missen daardoor de mooie kusten van midden Amerika”. Vorig jaar heeft hij nog wel een Duitse boot ontmoet, ze zijn later op de fietst bij hem in California langsgekomen. We wisten gelijk over wie hij het had, het waren Walter en Roswitha van de Aloma, onze buren in Buenos Aires. Wat ’n toeval!
Wij hopen hen komend najaar ook weer te ontmoeten om samen plannen te maken voor de tocht over de Pacific.
We liggen nu (14 maart) in Bahia de Santiago. Een bijna 200 mijl lange tocht, voornamelijk op de motor, was hier voor nodig. Onderweg m’n tweede vis in twee jaar gevangen, wederom een bonito.
Klinkt weer goed!
Tot snel!
Hoi Henk en Marja,
Ik ben blij te horen dat het met jullie goed gaat!
Prachtig, jullie reisverslag en de foto’s, dan reizen we met jullie mee!!!
Ik zie uit naar de volgende reisverhalen.
Willem Maria
Tijd voor nieuwe schoenen als ik dit zo hoor 🙂
Mooi verslag weer.
Groeten,
Hans
Wederom mooie verhalen en foto’s.
Wat een leven !!!
Het blijft heerlijk om jullie boeiende reisverslagen te lezen. Ik bewonder jullie om de moed bij soms heftige zeetochten. Blijf schrijven over jullie mooie avonturen
Hi Henk en Marja, wat heerlijk weer jullie belevenissen te lezen.
Zipolite is mij goed bekend, heb daar in de buurt 2x een vakantie doorgebracht.
Lieve groeten
Menno&Carnique
Spannende voortzetting van de reis samengevat in een mooi verslag. Wat een grote hoeveelheid baaien en prachtige stranden.
Groeten, Carina
Wat een benijndeswaardig avontuur weer! En heel wat authentieker dan in die Netflix series!!
Goede vaart, René.