December 2018 – Januari 2019 Santiago (Cabo Verde) – Gambia

In ons vorige blogje schreven we dat we in Gambia waren aangekomen. Nog niet hebben we verteld over onze reis hier naartoe en over de inklaringperikelen.

De afstand van Minderlo tot de monding van de Gambia rivier is ruim 500 mijl. Het zou een “aan de windse” tocht worden. We besloten een tussenstop te maken bij Tarrafel op het eiland Santiago, zo’n 100 mijlen in de goede richting.
In de ochtend van 17 december hebben we het anker gelicht en de zeilen gehesen. Na een rustige tocht kon ruim 24 uur later het anker weer worden gelaten.
Tarrafal bleek een verrassend leuk plaatsje. Er was een grote bedrijvigheid op het strand. De met kleurrijke bootje gevangen vis wordt direct verhandeld. Ondanks het mooie witte zand zijn er geen toeristen.

Dina Helena in de baai van Tarrafal

Op de markt hebben we de volgende morgen vers fruit en groene gekocht en de watermaker een aantal uren laten draaien. Om ’n uur of drie waren we klaar voor de nog 400 mijl lange tocht naar Gambia.
Omdat we het eiland aan de zuidkant voorbij wilden gaan viel de wind al vrij snel weg. Omstreeks middernacht, na het ronden van de zuidkaap kwam deze in alle hevigheid terug en ging niet meer liggen. Twee dagen tegen wind en golven in maar met de wetenschap dat het hierna rustiger zou worden. De windrichting zou echter nog minder in ons voordeel zijn.
De voorspellingen bleken juist. Ook de via de radio binnengehaalde weerkaarten kwamen vrijwel overeen met de werkelijkheid.
De koers die de eerste 2 dagen zo mooi richting ons einddoel wees moest worden verlegd. Voor deze afstanden kan dit de reis zomaar met 1 of 2 dagen verlengen. We hadden geen haast maar wanneer de wind tijdelijk wegviel werd wel de motor gestart. Op de motor kon dan weer de verkeerde vaarrichting worden gecorrigeerd.
Even leek het er op dat we aan het eind van de 6e dag in Banjul moesten kunnen bereiken. We liepen echter wel een groot risico dat het later zou worden en dat we in het donker zouden aankomen.
Een ding wisten we zeker dit laatste wilden we absoluut niet. De haven van Banjul ligt vol met wrakken, we wilden er niet nog een aan toevoegen.
De vertraging werd ingezet. Precies bij het eerste ochtendlicht voeren we de monding van de rivier op, een paar uur later kon het anker worden neergelaten in de haven van Banjul.
Nu volgde de komische, doodvermoeiende, beschamende, belachelijke ……. (kan nog wel even doorgaan) inklaringsprocedure.
Ik was van plan om alle autoriteten alleen te bezoeken maar dat werd mij onmogelijk gemaakt door de z.g.n. havenmeester. Het werd mij verboden om zonder begeleiding de stad in te gaan, ik kreeg iemand mee,
Overal officials in keurige uniformen en op slippers.
Ik kwam in een kantoortje waar 4 tafels stonden, op iedere tafel een oude computer en achter iedere tafel wel 5 tot 6 beambten. De een zat te slapen, de ander te eten en een volgende te spelen op zijn telefoon. Hooguit een 4 tal van de 30 aanwezigen leek iets van arbeid te verrichten. Gelukkig wist “mijn man” wie er wakker geschut moest worden om mij verder te helpen.
Bij de douane aangekomen zaten 3 heren buiten in de schaduw van hun kantoortje.
“tja meneer, wij zijn verplicht uw boot bezoeken, tenzij u een presentje voor mij heeft” zei de middelste en tevens dikste muppet. Omdat de tijd drong, om 4 uur zouden alle heren huiswaarts keren en de dag erop alles gesloten zijn vanwege de Kerst, heb ik het bezoek aan de boot met een paar euro afgekocht.
De immigratie accepteerde niet dat ik met 2 paspoorten kwam, Marja was op de boot achter gebleven. Ze wilden haar zien. Op weg naar de boot dus. Marja zag ons heel toevallig aankomen en kwam ons tegemoet in de dinghy. Even goedendag zeggen bleek genoeg en wij konden weer naar het kantoor terug. Alles leek in orde maar eerst moest er nog wel €20, euro worden afgerekend die direct in de zakken van de heren verdween.
We hadden nog een uur om een permit te regelen voor de rivier maar “mijn man” gaf er de voorkeur aan eerst een Gambiaanse simkaart te regelen.
Het heeft bijna een uur geduurd voordat zeer ongeïnteresseerde dame de kaart werkend op z’n plaats had.
Op naar de havenautoriteiten. 10 Minuten voor vier stonden we echter voor een gesloten deur. “Morgen wordt er niet gewerkt dus vandaag sluiten we eerder” werd ons verteld.
Ik was Banjul op dat moment helemaal zat en besloot ter plaatse dat ik er niet de nacht wilde doorbrengen maar nog de zelfde avond naar Lamin wilde doorvaren. Gedurende de hele rit terug naar de boot probeerde “mijn man” dit plan uit mijn hoofd te praten, dat het onverstandig was, dat ik boetes zou kunnen krijgen. Zijn betoog en zijn volume was echt meer dan dat ik op dat moment kon verdragen.
Terug aan boord, na 4 uur van hot naar het te zijn gesleept, kon ik nog maar aan een ding denken: Op naar Lamin, weg uit deze vieze corrupte stad.
Helaas moest Marja het een beetje ontgelden maar onderweg bedaarde ik enigszins.
De tocht door de kreken naar de Lamin lodge was best spannend. Het was door de volle maan extra laag water, over goede kaarten beschikken we niet. Ook onze kaartplotter gaf iets heel anders aan dan de werkelijkheid.
Met behulp van beschrijvingen en een schetsje van een kaart wisten we de lodge tot op een paar honderd meter te bereiken.

Op weg naar Lamin Lodge

De dieptemeter gaf geen diepte meer aan, het was boem en stop. We lagen vast midden in de kreek.
Anker uit, borrel op tafel, bijkomen van een 6 daagse overtocht en hectische middag in Banjul.
De volgende morgen hebben we de boot bij hoog water kunnen verleggen.

Het is hier een oase van rust. Overdag zijn er wel wat bezoekers aan de lodge, vrijwel alleen Nederlanders. Ook vogelaars doen hier goede zaken.
Buba is onze “boat boy”. Hij regelt voor ons van alles. Natuurlijk kunnen we het meeste zelf uitvinden maar je gunt zo’n jongen ook wat.
We hebben zelfs bij hem thuis gegeten. Het was een goede manier om het echte Afrika te leren kennen. Meer dan een sloppenwijk kun je de buurt waar hij woont niet noemen.
In een compound leven meerdere gezinnen die allen gebruik maken van de zelfde keuken (houtvuur op de grond) wc en wasgelegenheid.
Met Buba zijn we met de taxi terug naar Banjul gegaan om daar de permit voor de rivier te regelen. Alles leek goed te gaan, bij de kassier moest worden afgerekend maar terug op kantoor werd voordat de laatste benodigde stempel werd gezet om extra geld gevraagd. “Sorry, ik heb mij vergist, de permit is 5 euro duurder”. 400 Dalasis (ongeveer €8 euro) bleek ook genoeg en verdween zonder blikken of blozen in de zak van de man.
Alle formaliteiten zijn nu gelukkig afgerond, we kunnen de rivier op.
Na een heerlijke week in de kreek bij Lamin lodge te hebben doorgebracht zijn we de rivier opgevaren. In ons volgende blog zullen we over deze heel bijzondere ervaring vertellen.

Zonsondergang bij Lamin Lodge
Haventje bij Lamin Lodge
De internet boom

Ps. Als je automatisch via de mail  op de hoogte gehouden wilt worden van onze avonturen kun je je inschrijven op de startpagina van deze site.

12 reacties

  1. Hallo wereldreizigers,

    hoe voelt het van het “ruime sop” nu de rust van de een rivier? Mooi om jullie verhaal te lezen. Heel herkenbaar allemaal. Met het prijzen en danken van de “officials” en een zak klein geld lukt alles in Gambia. Ik vind het wel jammer dat we er zelf ook niet zijn. Dat had wel bijzonder geweest. Yolande is bezig met een opleiding en het is haar niet gegeven om in deze periode enige tijd weg te blijven. We volgen in ieder geval jullie reisverslagen. Geniet van de Gambia en de lekkere vis die daar rondzwemt.

    Groeten van ons.

  2. Hallo Henk en Marja,
    Ik lees in verslag weer veel heb meegemaakt.
    Zo te lezen goede dingen en ook minder leuke dingen.
    En hoe was oud en nieuw daar te vieren.
    Ik wens jullie nog veel vaar plezier en nog een gezellig zeilreis de komende tijd en dat alles voorspoedige in 2019 verloopt.

    Groetjes van Ton en van Sonja van der Kleij

  3. mooi verteld weer Henk. i heb zelf ook jaren met dit soort praktijken te maken gehad , maar met geduld en een lavh bereik je veel ! ook wel eens mijn poot e cht stijf gehouden en afgewacht wie zou toegeven , maar meestal werd alles in de minne geschikt , net doen of je gek bent helpt ook enorm en gaat mij makkelijk af . succes en behouden vaart !!!

  4. Haha, geweldig daar met die omkoperij! Het is daar de enige manier om iets gedaan te krijgen, inderdaad echt Afrika. Wel heel mooi verteld.

    Groetjes uit Staveren

  5. wat een fantastisch verhaal. Het is een film waard …. die mannen achter de 4 tafeltjes, allemaal ‘in dienst’ niks doende 🙂

  6. Ja smullen deze verhalen! Het is wel even een beetje afzien met deze hemeltergende bureaucratische Afrikaanse uniformenmannetjes, maar dat levert wel weer de meest fantastische verhalen op 🙂
    Veel plezier op de rivier..

  7. Hallo Henk en Marja,
    Corruptie op deze manier zijn wij niet gewend. Maar dat is Afrika en Gambia is een van de armste landen mede door de corruptie. Kijk maar uit dat jullie niet beroofd worden. Verder een mooie reis gewenst in Gambia. Groeten, Rob Drenth.

  8. Marja en Henk
    Op de eerste plaats de wens voor 2019: maak er 365 mooie momenten van.
    Bijzonder om jullie te mogen volgen.
    Boeiende verhalenvertellers: Marja en Henk.
    Lieve groeten ook aan Lynn en Wouter.

  9. Ach ach, wat een corruptie. Gelukkig heb ik in jullie volgende blog al gelezen dat jullie een mooie tijd hebben gehad. En nu op naar Zuid Amerika!

Laat een antwoord achter aan Rob Drenth Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *